Het Grondwettelijk Hof heeft op 14 maart 2019 de regeling vernietigd dat tegen een omgevingsvergunning een administratief beroep bij de bevoegde overheid en een jurisdictioneel beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen enkel ingediend kunnen worden als tijdens het openbaar onderzoek over de vergunningsaanvraag een gemotiveerd bezwaar werd ingediend. Deze regeling werd via de Codextrein (artikel 133, 2°, en 151, 3°) ingevoerd in het Omgevingsvergunningsdecreet (artikel 53 en 105).
Het Grondwettelijk Hof oordeelt dat de beperking van het recht op toegang tot de rechter tot diegenen die in het kader van het openbaar onderzoek een gemotiveerd bezwaar, standpunt of opmerking hebben ingediend, niet evenredig is met de door de decreetgever nagestreefde doelstelling die in essentie erin bestaat de bestuurlijke geschillenbeslechting te stroomlijnen en te versnellen.
De vernietiging heeft tot gevolg dat deze regeling automatisch verdwijnt uit de regelgeving en dus niet meer kan worden toegepast.
Komen nog in aanmerking voor een beroep op grond van de vastgestelde ongrondwettigheid: vergunningsbeslissingen op basis van aanvragen die ingediend werden vanaf 30 december 2017 en waarvoor de beroepstermijn nog niet is verstreken beslissingen waarbij de bevoegde overheid het administratief beroep onontvankelijk verklaarde en waartegen de beroepstermijn nog niet is verstreken.
Definitief geworden vergunningsbeslissingen waartegen geen beroep meer kan worden ingesteld, vallen niet onder dit vernietigingsarrest. De kleine lettertjes in modeldocumenten die de gemeenten kunnen gebruiken om beslissingen te nemen, zijn al aangepast
Bron: Nieuwsbrief Omgevingsloket - Departement Omgeving
Lees het vernietigingsarrest (nr. 46/2019 van 14 maart 2019)