BOVA ENVIRO+ is officieel erkend als monsternemer in situ en ex situ bagger- en ruimingsspecie!
Op 1 maart 2013 keurde de Vlaamse Regering het besluit tot wijziging van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu goed. Met dit besluit werd de nieuwe erkenning voor de monstername in de discipline afvalstoffen en andere materialen ingevoerd.
Het doel van de nieuwe erkenning is dat de monsternames en de monstervoorbehandelingen op het veld in deze discipline enkel nog uitgevoerd worden door rechtspersonen die de geschiktheid en de kennis van procedures opgenomen in het Compendium voor monsterneming en analyse (CMA) aangetoond hebben en die over een gunstige beoordeling van hun kwaliteitssysteem beschikken.
Het pakket bagger- en ruimingsspecie omvat zowel de in-situ monstername (dit is de monstername van de specielaag in bevaarbare en onbevaarbare waterlopen) als de ex-situ monstername van specie (in hopen of in laguneringsbekkens). De erkenning voor monstername van bagger- en ruimingsspecie is vereist van zodra de specie geruimd wordt (bijv. bij aanvraag voor grondstoffenverklaring voor gebruik als bouwstof).
In het kader van bodemonderzoeken wordt de erkenning aanbevolen omwille van kwaliteits- en veiligheidsoverwegingen en is de erkenning vereist voor de valorisatie van de specie als grondstof. De erkenning is cruciaal bij de kwaliteitsborging van de keten van monstername tot de meetresultaten in het analyserapport.
De betrouwbaarheid van de analyseresultaten ten opzichte van de bemonsterde partij of, in het specifieke geval van bagger- en ruimingsspecie, ten opzichte van een monsternamepunt in een waterloop, wordt immers in eerste instantie bepaald door de representatieve monstername. Dat vereist in de eerste plaats een gestandaardiseerde en kwaliteitsvolle uitvoering van de monstername. Dit betekent dat de monsternames moeten uitgevoerd worden volgens de methoden opgenomen in het Compendium voor monsterneming en analyse (CMA).
Daarnaast biedt de erkenning ook een garantie voor deskundigheid, kwaliteit, objectiviteit en onafhankelijkheid inzake de monsternames van afval- en andere materialen.
De erkenning stelt namelijk naast kwaliteitseisen aan het veldwerk zelf, ook eisen aan de interne organisatie van de rechtspersoon (bedrijf) dat de erkenning aanvraagt (zoals opleiding en vakbekwaamheid van het personeel, functionele scheiding, beheer en overdracht van monsters en informatie, veiligheid, …). Hiermee beoogt de erkenning de betrouwbaarheid van de monsternames en de analyseresultaten te vergroten.