Omgevingconnect : Meer verantwoordelijkheid en beslissingskracht bij gemeentes met de opstart van de omgevingsvergunning

Terug naar overzicht

Declasseringsoperatie

Met de invoering van de omgevingsvergunning op 23/02/2017 worden verschillende klasse 1 inrichtingen gedeclasseerd tot klasse 2(A) inrichtingen. Er is sprake van een 5000-tal inrichtingen.

Het gaat hier vooral over inrichtingen met een beperkte complexiteit en eerder beperkte hinder met een lokaal karakter. Voorbeelden van dergelijke inrichtingen zijn:

  • Tankstations (met verdeelslangen niet meer klasse 1)
  • Kleine afvalverwerkers (rubriek 2)
  • Zwembaden (rubriek 32)
  • Stoomgeneratoren (rubriek 39, geen klasse 1 meer)
  • Drukkerijen (rubriek 11: tot 1.000kW in industriegebied en 500kW in ander gebied)
  • Inrichtingen met louter mechanische bewerkingen (diamant, hout, farmaceutische & cosmetische stoffen, kunststoffen, leder, metalen, natuursteen)

De gemeentes kunnen hier wel beroep doen op de expertise van de provinciale adviesinstanties vermits het verplicht advies van de provinciale omgevingsvergunningscommissie (POVC) voorzien is voor die inrichtingen waar de letter ‘A’ vermeld staat in de vierde kolom van de indelingslijst.

Anderzijds worden bepaalde inrichtingen van zuiver klasse 2 naar klasse 2A omgevormd omwille van hun complexer (milieu)karakter (niet limitatief):

  • Productie van chemicaliën (rubriek 7)
  • Mestbewerking of -verwerking (rubriek 28)
  • Activiteiten die gebruik maken van organische oplosmiddelen (rubriek 59)

Voor de zogenaamde windturbines verstrengt de norm van 5.000kW naar 1.500kW (Klasse 1) en is dit dus een zorg minder voor de gemeentes.

Er is sprake van dat er nog meer inrichtingen kunnen gedeclasseerd worden, maar hier wordt eerst de praktijkervaring met de omgevingsvergunning afgewacht. 

Daarnaast is het soort aanvrager (privé of overheid) niet meer bepalend voor de aanwijzing van de bevoegde overheid, dus m.a.w. kan een gemeente beslissen over een eigen klasse 2-inrichting (bv. zwembad).

Korte en gesanctioneerde beslissingstermijnen

Toekomstig kunnen steden/gemeentes gesanctioneerd worden bij het niet respecteren van de beslissingstermijn. Hiertoe moet de initiatiefnemer van een project wel binnen de 90 dagen na het verstrijken van de vervaltermijn de eenmalige vergoeding aanvragen.

De boetes kunnen als volgt oplopen bij het overschrijven van de vervaltermijn van beslissing College Burgemeester en Schepenen:

  • 2.500 euro (vereenvoudigde procedure)
  • 5.000 euro (gewone procedure)

U merkt het, we staan aan de vooravond van een totaal nieuwe omgeving binnen het vergunningenlandschap. Steden & gemeentes krijgen meer verantwoordelijkheid en beslissingskracht maar moeten daarvan dan ook de consequenties dragen.

Terug naar overzicht

Schrijf je in op onze nieuwsbrief!

Enkele projecten