Het Waterwetboek (in werking 1.1.2019)

Terug naar overzicht

Op 18 december 2018 werd het “Waterwetboek” in het Staatsblad gepubliceerd. De officiële benaming van het Waterwetboek is “Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018”. De nieuwe coördinatie bevat alle (of toch bijna alle) Vlaamse decretale voorschriften voor drinkwater, zwemwater, afvalwater en grondwater.

Het nieuwe wetboek bevat geen grote inhoudelijke wijzigingen.

Op basis van de gekozen structuur werden wel alle artikelen opnieuw genummerd.  

Het Waterwetboek bevat 5 titels en telt momenteel 188 artikels:

Titel I. Doelstellingen, beginsels, organisatie, voorbereiding en opvolging van het integraal waterbeleid

  • Watertoets, oeverzones, aankoopplicht, waterbeleidsnota, stroomgebiedsbeheer-plannen, milieudoelstellingen, zwemwaterkwaliteit, mengzones, kostenterugwinning van waterdiensten, maatregelenprogramma’s, register van beschermde gebieden, … ·       

Titel II. Beheer van de waterketen

  • Drinkwater, kwaliteitseisen, waterregulator, waterverkoopreglement, sanering van afvalwater, contractuele sanering, … ·       

Titel III. Beheer van het watersysteem

  • Bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging, grachten,…
  • Deze titel moet nog aangevuld worden met een hoofdstuk over het beheer van de onbevaarbare waterlopen.       

Titel IV. Financiële instrumenten ter regulering en financiering van het integraal waterbeleid

  • Heffingsplicht waterverontreiniging, heffingsplicht grondwater, berekening van de vuilvracht, berekening op basis van omzettingscoëfficiënten, vestiging en inning van de heffingen, saneringsbijdrage en saneringsvergoeding, grootverbruikers, sociaal tarief, …

Titel V. Strafrechtelijke en bestuurlijke handhaving

  • Toezichthouders, straffen, administratieve geldboetes, …
  • Deze titel moet nog aangevuld worden met een hoofdstuk over toezicht en handhaving op het watersysteem.  

Daarnaast bevat het wetboek 6 bijlagen, waaronder de 2 belangrijke bijlagen 5 en 6 waarin de omzettingscoëfficiënten voor de heffing op de waterverontreiniging en de laag-en gebiedsfactoren voor de grondwaterheffing vermeld staan.  

Het Waterwetboek trad in werking op 1 januari 2019.  

Pas dus op indien je op zoek gaat naar de Wet Oppervlaktewateren van 1971 bijvoorbeeld, dit is opgeheven en is nu integraal vervat in het Waterwetboek. Alle verplichtingen rond heffingen van afvalwater en grondwater vind je dus daar terug.

Eén van de opvallendste gevolgen van het samenbrengen van de afvalwaterheffing en van de heffing op het oppompen van grondwater in één nieuw ‘Waterwetboek’, is dat duidelijk werd dat kleinverbruikers volgens het grondwaterregime, niet noodzakelijk kleinverbruikers zijn volgens de afvalwaterregeling.

Het programmadecreet 2019 voert nu eenzelfde definitie in voor beide heffingsregimes. Kleinverbruikers (zonder aangifteplicht) zijn vanaf nu nog enkel natuurlijke of rechtspersonen met een totaal jaarwaterverbruik van minder dan 500 m³. Maar in tegenstelling tot wat tot nu het geval was, wordt het water uit een eigen waterwinning opgeteld bij het gefactureerde drinkwaterverbruik om uit te maken of men al dan niet de drempel van 500 m³ overschrijdt. Waterwinners worden vanaf nu dus sneller als ‘grootverbruiker’ bestempeld. Mét aangifte- en heffingsplicht.  

Terug naar overzicht

Schrijf je in op onze nieuwsbrief!

Enkele projecten