Op 23 februari 2018 is de de zgn. "VLAREMA-6", de 6-de wijziging van het VLAREMA (Vlaams Reglement betreffende duurzaam beheer van Materiaalkringlopen en Afvalstoffen) in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De VLAREMA-6 bevat heel wat wijzigingen!
Het betreft o.m. de verplichting van een kwaliteitsborgingssysteem voor sorteerinrichtingen voor bouw- en sloopafval, de uitbreiding van de verplichte selectieve inzameling bij bedrijven met bepaalde kunststoffen, wijziging van de voorwaarden voor gebruik als meststof of bodemverbeterend middel en de verplichting van een sloopopvolgingsplan bij bepaalde sloop- of onderhoudswerken aan gebouwen en infrastructuur.
Hieronder vind u toelichting bij het in het staatsblad gepubliceerde besluit:
BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 22 DECEMBER 2017 TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 17 FEBRUARI 2012 TOT VASTSTELLING VAN HET VLAAMS REGLEMENT BETREFFENDE HET DUURZAAM BEHEER VAN MATERIAALKRINGLOPEN EN AFVALSTOFFEN (B.S. 23-02-2018)
Dit is de zgn. "VLAREMA-6", de 6-de wijziging van het VLAREMA of het Vlaams Reglement betreffende duurzaam beheer van Materiaalkringlopen en Afvalstoffen (het uitvoeringsbesluit van het Materialendecreet).
Nieuwe definities
Er worden een aantal nieuwe definities ingevoegd o.m. ”folies” (in het kader van verplichte gescheiden inzameling) en “verstoking” van dierlijke bijproducten overeenkomstig de betreffende Europese Verordening.
Verplichtingen voor grondstoffenproducenten.
Een “grondstoffenproducent” brengt “grondstoffen”, nl. bijproducten of materialen die de einde-afvalfase hebben bereikt (de vroegere “secundaire grondstoffen”) op de markt. Hun verplichtingen worden uitgebreid o.m. met de verplichting van houders van grondstofverklaringen om de analyseresultaten van de jaarlijkse verplichte monstername en staalname door een erkend labo, via een webloket te bezorgen aan de OVAM.
De grondstoffenproducent (of persoon die in zijn naam optreedt) moet binnen zeven kalenderdagen de toezichthouder op de hoogte brengen, als hij over informatie beschikt waaruit blijkt dat een partij materialen niet meer aan de voorwaarden voldoet; die partij wordt dan beschouwd als afvalstof.
Producenten van materiaal afkomstig van metallurgische productieprocessen voor ferrometalen dat als grondstof wordt gebruikt, moeten zich registreren via het webloket registraties van de OVAM.
Gebruik als meststof of bodemverbeterend middel: wijziging lijst van materialen en samenstellings- en toepassingsvoorwaarden.
De lijst van materialen wordt gewijzigd:
- voor dierlijke bijproducten worden onverwerkte stromen uitgezonderd;
- “kalkhoudend slib” verkregen bij bereiding van drinkwater of proceswater uit ruwwater wordt vervangen door “kalkhoudend materiaal” zodat b.v. ook kalkkorrels hieronder vallen
- “boerderijcompost” wordt toegevoegd;
- de twee omschrijvingen voor spuistroom worden samengevoegd.
De samenstellings- en toepassingsvoorwaarden worden gewijzigd (dit als gevolg van het onderzoeksprogramma van VITO over risicogebaseerde ontwerpnormen):
- Bijlage 2.3.1.A voor grondstoffen met 2 % of meer droge stof: totaalconcentratie in mg/kg droge stof: As: van 150 naar 20, Cd: blijft 6, Cr: van 250 naar 150, Cu: van 375 naar 800, Hg: van 5 naar 1, Pb: blijft 300, Ni: van 50 naar 100 en Zn: van 900 naar 1.500; de normen voor BTEX verdwijnen; de normen voor PAKs wijzigen: de bestaande normen voor de 10 PAKs worden versoepeld en er komen er 6 bij; de normen voor MAKs wijzigen: het aantal parameters wordt verminderd maar er komen er andere bij en enkele normen wijzigen b.v. voor PCB (7 congeneren): van 0,8 naar 0,6.
- Bijlage 2.3.1.B voor grondstoffen met minder dan 2 % droge stof: de totaalconcentratie moet nu uitgedrukt worden in mg/l i.p.v. in mg/kg droge stof. De andere wijzigingen zijn analoog als deze van Bijlage 2.3.1.A.
- Bijlage 2.3.1.C voorwaarden bodemdosering: de wijzigingen zijn analoog aan de wijzigingen in de vorige bijlages, nl. wijzigingen van de waarden en parameters.
Aanvraag en opheffen van een grondstoffenverklaring.
Een aanvraag van een grondstofverklaring moet nu gebeuren via een webloket voor grondstofverklaringen. De behandelingstermijn door OVAM wordt verminderd van 45 naar 30 dagen na ontvangst van een volledige aanvraag. De grondstofverklaringen zijn beschikbaar in het webloket. De mogelijkheden voor OVAM om een grondstofverklaring op te heffen, worden uitgebreid.
Kwaliteitsborgingssysteem (KBS) voor sorteerinrichtingen voor bouw- en sloopafval.
“Sorteerinrichtingen voor bouw- en sloopafval waarvan het uitgesorteerde puin na verdere bewerking bij een breker wordt afgezet als gerecycleerd granulaat, beschikken over een kwaliteitsborgingssysteem als vermeld in het eenheidsreglement gerecycleerde granulaten.”
Het is momenteel nog onduidelijk welke invulling dit KBS moet krijgen o.m. gezien het huidig eenheidsreglement zou vervangen worden door een nieuw.
Kwaliteitsborgingsysteem (KBS) voor productie van grondstoffen.
Een KBS wordt verplicht bij productie van volgende grondstoffen:
- voor gebruik als bouwstof afkomstig van de behandeling van afvalstoffen, waarbij de milieukwaliteit van de grondstoffen variabel is en bijkomende maatregelen nodig zijn om de conformiteit met de opgelegde normen op te volgen. Het KBS wordt opgelegd in de grondstofverklaring;
- waarbij de milieukwaliteit variabel is en bijkomende maatregelen nodig zijn om de conformiteit met de opgelegde normen op te volgen en waarbij een KBS is opgelegd in de grondstofverklaring.
Dit KBS bestaat uit zelfcontrole door de producent en een externe controle door een certificatie-instelling. De certificatie-instelling moet info over de gecertificeerde grondstoffen bezorgen aan OVAM.
Traceringssysteem voor gebruik van grondstoffen.
Het traceringssysteem heeft tot doel de garantie te bieden dat een grondstof met gebruiksbeperkingen vermeld in de grondstofverklaring steeds toegepast wordt met dezelfde gebruiksbeperkingen. Het traceringssysteem is verplicht bij het gebruik van volgende grondstoffen:
1° bestemd voor gebruik als vormgegeven bouwstof waarvoor de uitloging van de gebroken vormgegeven bouwstof niet voldoet aan de normen. Het traceringssysteem wordt opgelegd in de grondstofverklaring;
2° waarvoor omwille van de gebruiksbeperkingen een traceringssysteem in de grondstofverklaring wordt opgelegd.
De toegepaste tracering wordt vanaf de productie tot aan het gebruik ervan in een werk uitgevoerd door een derde partij die onafhankelijk opereert.
Wijzigingen betreffende de Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV).
Het betreft wijzigingen van de aanvaardingsplicht voor afgedankte batterijen en accu’s.
Verplichte gescheiden inzameling.
Vanaf 1 juni 2018 worden bedrijven verplicht om ook recycleerbare harde kunststoffen, geëxpandeerd polystyreen en folies gescheiden in te zamelen.
Sloopopvolgingsplan.
De verplichting van een sloopinventaris wordt vervangen door een verplichting van een sloopopvolgingsplan en is vereist bij
1° sloop-, renovatie- of ontmantelingswerken bij gebouwen waarvoor een omgevingsvergunning vereist is en waarvan het totale bouwvolume groter is dan 1000 m³ voor alle niet-residentiële gebouwen of groter dan 5000 m³ voor in hoofdzaak residentiële gebouwen met uitzondering van eengezinswoningen;
2° sloop-, renovatie- of ontmantelingswerken in het kader van infrastructuurwerken waarvoor een omgevingsvergunning vereist is en onderhoudswerken aan infrastructuur waarvoor een omgevingsvergunning vereist is en waarvan het volume groter is dan 250 m³.
Het sloopopvolgingsplan wordt opgesteld door een deskundige in opdracht van de aanvrager van de omgevingsvergunning. Het omvat de identificatie van de werf met daaraan gekoppeld een overzicht van alle afvalstoffen die zullen vrijkomen en wordt opgesteld op basis van een standaardprocedure. Het sloopopvolgingsplan moet conform verklaard worden door een erkende sloopbeheerorganisatie (b.v. Tracimat).
Voor de puinfractie en andere fracties van sloopmateriaal selectief ingezameld in uitvoering van een sloopopvolgingsplan, kan voorafgaandelijk aan de afvoer een verwerkingstoelating afgeleverd worden door een erkende sloopbeheerorganisatie. De erkende sloopbeheerorganisatie kan nadien ook sloopattesten afleveren.
Verbod van handelingen op olie-watermengsels aan boord van schepen en andere vervoersmiddelen.
Onder meer het toevoegen van chemicaliën aan boord van schepen en andere vervoersmiddelen om olie-watermengsels te scheiden, wordt verboden.
Verstoking en verbranding van gesmolten dierlijke vetten afgeleid van categorie 1, 2 en 3 materiaal.
Voorwaarden worden hiervoor vastgelegd.
Actualisatie van de lijst van KGA (klein gevaarlijk afval).
Doelstelling is dat de lijst makkelijker te begrijpen is.
Webloketten voor erkende depollutiecentra voor afgedankte voertuigen, IHM en vervoerders.
De keuringsinstellingen moeten de keuringsrapporten van de depollutiecentra bezorgen aan de OVAM via een webloket. Ook de depollutiecentra moeten de nodige info bezorgen via het webloket.
IHM en vervoerders moeten zich registreren via het webloket registraties.
Vervoer van afvalstoffen
Niet enkel vervoerders maar ook afvalstoffenproducenten die zelf hun eigen afvalstoffen vervoeren, moeten de algemene vervoersvoorwaarden naleven.